Rechtsgeldig opgezegd; toch schadevergoeding verschuldigd

Een belangrijk leerstuk in het Nederlandse recht is de redelijkheid en billijkheid. De redelijkheid en billijkheid kunnen worden ingezet om de scherpe randjes van bijvoorbeeld een overeenkomst af te schaven. De drempel is hoog, maar als de rechter eenmaal oordeelt dat een bepaling in strijd is met de redelijkheid en billijkheid, leidt dat soms tot interessante resultaten. Soms in het voordeel van de ene partij, en soms in het voordeel van de andere. Een praktijkvoorbeeld volgt uit een arrest van het gerechtshof Den Bosch van 16 januari 2024.

Vervoer van pakketjes

DPD exploiteert een pakketbezorgservice. Daarvoor schakelt DPD diverse onderaannemers in, waaronder de transportbedrijven Get Moving en Bosch Transport. Get Moving vervoert sinds 2008 pakketten voor DPD, Bosch Transport doet dat sinds 2011. Met beide partijen heeft DPD een overeenkomst gesloten, met daarin een opzegtermijn van één maand. Op 28 november 2018 heeft DPD telefonisch aan Get Moving en Bosch Transport laten weten dat de overeenkomsten worden opgezegd, en per e-mail is kort daarna bevestigd dat de overeenkomsten inderdaad per 1 januari 2019 eindigden.

Get Moving en Bosch Transport beginnen een kort geding tegen DPD waarin zij vorderen dat DPD de opzegging ongedaan moet maken en de overeenkomsten moet nakomen, dan wel dat een langere opzegtermijn wordt gehanteerd. Die vorderingen zijn afgewezen.

Bodemprocedure

De transportbedrijven starten een bodemprocedure tegen DPD. Zij willen onder meer vergoeding van loonkosten, ontslagvergoedingen en van kosten voor de huur van bestelbusjes. De rechtbank heeft die vorderingen afgewezen; de transportbedrijven gaan vervolgens in hoger beroep.

Redelijkheid en billijkheid

Het hof verwijst allereerst naar rechtspraak van de Hoge Raad, waarin is uitgemaakt dat aan de opzegging van duurovereenkomsten (waar in dit geval sprake van is) in sommige gevallen nadere eisen gesteld moeten worden, die niet uit de overeenkomst zelf volgen. Dat volgt uit de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid. Die nadere eisen kunnen bijvoorbeeld zijn: er moet een voldoende zwaarwegende grond voor opzegging zijn, er moet een langere opzegtermijn in acht worden genomen, of bij de opzegging moet betaling van schadevergoeding worden aangeboden.

Het hof overweegt dat de twee transportbedrijven bij het eind van de samenwerking 44 chauffeurs hadden die (met 33 bestelbusjes) uitsluitend voor DPD reden, en dat er op het eind ongeveer 7 keer zo veel voor DPD werd gereden als aan het begin van de samenwerking. Volgens het hof hebben partijen nagelaten om die veranderde omstandigheden te verwerken in de opzegregeling.

DPD heeft verder nooit klachten gehad over (de chauffeurs van) de transportbedrijven. Wel is veelvuldig onderhandeld over de tarieven en DPD heeft ook wel nabetalingen verricht als gevolg van die onderhandelingen. Na een gesprek tussen partijen “op het scherpst van de snede”, wederom over tarieven, heeft DPD opgezegd zonder opgaaf van redenen.

Die omstandigheden maken het vasthouden aan de korte contractuele opzegtermijn onredelijk. In het geval van Get Moving acht het hof een opzegtermijn van drie maanden redelijk en in het geval van Bosch Transport twee maanden. DPD zal de schade moeten vergoeden die de transportbedrijven lijden door de te korte opzegtermijn.