Deel 1: geschilbeslechting in het criminele milieu

Dit is de eerste bijdrage in de serie ‘Ontwapenende gedachten over de war on drugs.’

Stel: je bent een succesvolle drugshandelaar. In de loop der jaren heb je een solide aanvoerlijn opgezet, een goed team van mensen om je heen verzameld. Uiterste alertheid is voortdurend vereist, maar die betaalt zich ook dubbel en dwars uit – het geld klotst al geruime tijd tegen de plinten. Je deelt dus ook genereus uit aan de mensen die voor je werken. Voor wat hoort wat. Juist omdat deze handel verboden is, is het zo lucratief. Je voorziet gewoon in een maatschappelijke behoefte, laten we daar ook eerlijk over zijn. Mede dankzij jou is er nooit een gebrek aan drugs op de markt. Tuurlijk worden soms wel flinke hoeveelheden drugs onderschept, maar a) dat is het risico van het vak b) het gaat verhoudingsgewijs maar om peanuts c) de in beslag genomen drugs worden ook meteen door de overheid vernietigd. Een goede zaak, omdat daarmee de prijs van jouw drugs die de markt wel bereiken op niveau wordt gehouden.

Met je vrienden maak je je vrolijk over de burgemeester van Rotterdam, die laatst met een ernstig gezicht op de televisie heeft gezegd dat hij voortaan in de haven fruitcontainers heel goed zal laten controleren, en nu ook samen met zijn collega in de haven van Antwerpen gaat optrekken om paal en perk te stellen aan drugsimporten. Jullie weten, net zoals de burgervaders van Rotterdam en Antwerpen zelf, dat dit allemaal flauwekul is. Net zoals gisteren en vandaag, zal ook in de toekomst probleemloos aan de vraag naar drugs kunnen worden voldaan, tegen voor het publiek acceptabele prijzen. Eén van de weinige dingen waarvoor je geen lintje kan krijgen – maar niet getreurd, daar staat wel veel tegenover. Je zou zeggen: een bijna paradijselijke toestand.

Helaas is ook in het criminele milieu niet iedereen even betrouwbaar. Afspraken worden niet nagekomen, of er wordt zelfs een partij drugs gewoon achterover gedrukt. Wat dan? Je kunt het niet laten passeren, want dan dreigt je imperium ineen te storten. Aangifte doen – kan niet. Een gewone civielrechtelijke procedure beginnen om je schade te verhalen – kan om heel veel redenen ook niet. Deze ‘gewone’ methoden die het geweldsmonopolie van de overheid rechtvaardigen, waarvan alle andere justitiabelen gebruik kunnen maken, zijn voor jou niet beschikbaar. Je wordt in dat opzicht eigenlijk gediscrimineerd, nu ook in het criminele milieu de voor iedereen geldende basisregels van toepassing zijn. ‘Afspraak is afspraak’. ‘Gij zult niet stelen’, althans niet van elkaar.

Anderen kunnen naleving van deze basisregels afdwingen via het strafrecht of het civiele recht, jij niet. Je wordt met andere woorden door de overheid gedwongen om, zoals dat heet, ‘het recht in eigen hand te nemen’. En dan krijg je onvermijdelijk die vervelende afrekeningen, martelcontainers en ga zo maar door.

Zijn daar nog alternatieven voor? Wat je wel eens ziet, is dat minder frisse partijen hun onderlinge problemen oplossen door arbitrage. Maar a) dat moet je dan wel afspreken met elkaar, b) het heeft alleen zin als die arbitrale uitspraak ook wordt nageleefd en c) er moeten ook nog mensen worden gevonden die zo gek zijn om in zo’n zaak als arbiter op te treden. Dat gaat niet lukken, behalve als je in staat zou zijn een criminele arbiter te vinden. En die ben je je hele leven nog nooit tegengekomen. Mediation dan? Nee, zelfde verhaal.

De droevige conclusie is dat er niks anders op zit dan je gezag te handhaven door je toevlucht te nemen tot minder sympathieke methodes. Je kan wel denken – ik stop met die handel, ik heb er genoeg van. Maar ook daar schiet niemand iets mee op, want anderen springen in het gat dat jij hebt laten vallen. Drugs zullen immers gebruikt blijven worden, drugs zullen altijd geproduceerd en geïmporteerd blijven worden in hoeveelheden die passen bij de vraag in de markt. Daaraan valt niets te veranderen.

Anderzijds ben je de overheid toch ook dankbaar. Want die houdt jouw verdienmodel (met inbegrip van de geschilbeslechtingsmethoden die jou resten) in stand, en investeert daar ook waanzinnige bedragen in, jaar in, jaar uit. Vraag niet hoe het kan, maar profiteer ervan.

Tot zover de overwegingen van de fictieve succesvolle drugshandelaar.

Wordt vervolgd.